Help tuinvogels de winter door: 5 eenvoudige tips

Als de tuin stiller wordt, hebben vogels jou het hardst nodig. De dagen worden korter, de wind wat scherper, en de laatste blaadjes dwarrelen over het terras. En daar is hij weer: dat roodborstje dat nieuwsgierig rondhopt, of die brutale mees die aan het raam tikt alsof hij vraagt: "En, is de ontbijtservice al open?"

Vanaf november wordt het voor tuinvogels lastiger om eten te vinden. De insecten zijn in hun schuilplaatsen gekropen om de winter door te brengen, de bessen raken op en koud water is straks een luxe. Gelukkig hoef je geen vogelspotter te worden om te helpen. Een paar simpele aanpassingen doen al wonderen!

Wanneer de temperatuur daalt, draait alles om energie. Vogels hebben dan vooral nood aan:

• Energie- en vetrijk voedsel om hun lichaamstemperatuur op peil te houden.
• Vers drinkwater, ook als het fris wordt.
• Veilige plekken om te eten en te schuilen.

Elke vogel heeft zijn gewoontes: mezen pikken graag zonnebloempitten of vetbollen uit hangende voedersilo's. Merels en roodborstjes eten liever op de grond, onder andere meelwormen. En de mussen? Die zijn niet kieskeurig. Ze eten vanalles, van de hoogste voedersilo tot de kruimels die naar beneden vallen.

Varieer in hoogte én smaken, zo wordt je tuin al snel het favoriete restaurant van de vogels uit de buurt!

Vochtig of beschimmeld voedsel kan vogels ziek maken. Maak je voederhuisjes wekelijks schoon met warm water en laat ze goed drogen. Een klein klusje voor jou, een groot verschil voor hun gezondheid (en hun eetlust).

Eten is belangrijk, maar water ook. Zelfs in koude periodes drinken en badderen vogels graag. Zet een lage schaal of vogelbadje neer, vul het elke dag met lauwwarm water en leg er een kurk of steentje in zodat het minder snel bevriest. Wedden dat je binnen de kortste keren een badparade krijgt in je tuin? 

Plaats je voerplek uit de wind en in de buurt van struiken of hagen, zodat vogels snel kunnen schuilen als er gevaar dreigt (zoals die ene buurtkat met teveel zelfvertrouwen). Vermijd gladde oppervlakken en zorg dat het voer niet natregent. Zo blijft het aantrekkelijk en veilig.

Vogels wennen snel aan een vaste voederplek. Als je eenmaal begint, kom dan regelmatig bijvullen. Zeker s’ ochtends en tegen de avond, wanneer ze de meeste energie nodig hebben. Je zult zien: na een paar weken herken je hun ritme. En voor je het weet, herkennen zij jou ook.

Er is niks leuker dan je gevederde vriendjes lekker te verwennen. En daar helpen wij je uiteraard met alle plezier mee want ook onze tuinvogels verdienen alleen het allerbeste.

Elke hand vol zaden, elke druppel water en elk veilig hoekje maakt de winter draaglijker voor onze kleine gevleugelde vrienden. Dus trek je jas aan, vul dat voederhuisje, en geniet van de gezelligste bezoekers van het seizoen. Hop gerust eens binnen bij een Tom&Co winkel bij jou in de buurt voor persoonlijk advies en de juiste voeding voor jouw tuinvogels.