Huismuis T&C

Tamme muizen hebben behoefte aan voldoende ruimte waar ze naar hartenlust hun energie kunnen uitleven, spelen, graven en nestjes maken. ‘s Nachts zijn ze bijzonder actief!

Muizen hebben behoefte aan ruimte waar ze kunnen uitrusten, zich verstoppen en vooral spelen. Plaats de kooi op een rustige plaats, uit de zon en uit de tocht, bij voorkeur op enige hoogte en tegen een muur.
• 1 MUIZENKOOI: min. 50x30x30 cm, bij voorkeur 100x50x50 cm, kortom: een ruimte die
voldoende variatie en prikkels biedt!
• OP DE BODEM: strooisel van hennep - vermijd houtsnippers (risico op luchtwegproblemen).Chinchilla’s hebben behoefte aan een ruimte waar ze kunnen uitrusten, zich verstoppen en naar hartenlust kunnen klimmen. Plaats de kooi op een rustige plek, uit het zonlicht en uit de tocht. Idealiter tegen een muur.
• 1 GROTE, HOGE KOOI: type kamervolière van min. 100x50x150 cm of 120x55x120 cm voor een
koppel, idealiter 2x2x2 m, en nog groter voor een groep.
• SCHUILHOKJES: 2 per chinchilla.
• MEERDERE VERDIEPINGEN: platformen met loopplankjes.
• OP DE BODEM: strooisel van hennep, stro of dry bed (absorberend) – vermijd houtsnippers (risico
op luchtwegproblemen).

Creëer in de kooi een omgeving met een onderlaag waarin hij kan graven, voeg houten hekjes en speeltjes toe waarop hij kan klimmen en huisjes waarin hij zijn nestje kan maken. Zo beschikt hij over een leefplek die perfect beantwoordt aan zijn natuurlijke behoeften.

Muizen zijn erg nieuwsgierig en hebben weinig nodig om zich te amuseren. Maar hij is dol op bruggetjes en speeltjes. En natuurlijk is een loopwiel (in hout met gesloten loopoppervlak en zonder spijlen) een absolute must!

Knagen is voor muizen niet alleen een voltijdse bezigheid, maar ook een fysieke behoefte. Zijn
snijtanden blijven namelijk doorgroeien: door zijn voedsel te kauwen en door te knagen, slijten de
tanden. Daarom heeft hij behoefte aan materialen waar zijn tanden door slijten, zoals accessoires uit onbehandeld hout of geperst hooi.

Tamme muizen zijn niet graag alleen. Daarom zet je er best minstens 2 samen, zo zullen ze zich niet snel vervelen. Wil je geen kroostrijk gezin, neem dan 2 vrouwtjes of een gesteriliseerd koppeltje.

Le chinchilla est un herbivore strict et a un transit très fragile : il faut faire très attention à son alimentation, toute erreur pouvant causer de graves ennuis de santé

Water is essentieel voor een vlotte spijsvertering. Muizen moeten steeds vrije toegang hebben tot een drinkflesje op maat. Een muis drinkt dagelijks 5 tot 10 ml water. Controleer 2 keer per dag het waterniveau.

Geef je muis elke dag tussen 5 en 6 g geëxtrudeerde korrels voor muizen. Deze complete en evenwichtige korrels voorkomen sortering, verspilling en dus voedseltekorten. Bovendien verminderen ze de hoeveelheid uitwerpselen en kwalijke geurtjes. Voed je muis ’s avonds op een vast tijdstip: zo hou je hem alert.

Geef je muis elke week een snoepstok voor muizen: perfect om zijn tandjes te slijten, om hem extra
vitaminen en mineralen te geven en om hem bezig te houden.

Verse groenten en fruit zijn uit den boze, net zoals zonnebloemzaden en noten.

Muizen worden actief bij valavond en blijven een groot stuk van de nacht aan de gang! Overdag, wanneer hij slaapt, mag je je muis in geen geval wekken: dat kan zijn levensverwachting verkorten… Kinderen zullen dit nachtdier zelden te zien krijgen, daarom is hij een perfect maatje voor volwassenen.

Muizen bijten alleen bij hoge stress, als ze schrik hebben of zich in gevaar voelen. Het beste is om je
muis rustig naar je toe te laten komen en hem vanzelf op jou te laten kruipen. Wil je hem toch vastnemen, vermijd dan bruuske bewegingen of verrassende gebaren. Benader je muis steeds met de nodige zachtheid. Hij kan bijten om zich te bevrijden en vallen bij het wegvluchten, waardoor hij zich ernstig kan kwetsen en zelfs sterven.

Laat je muis in het begin met rust zodat hij zonder stress zijn nieuwe leefplek kan ontdekken. Zorg dat hij voldoende water en voer heeft. Je kan beginnen met hem rustig toe te spreken met een zachte stem, zonder dingen te forceren.

Zodra hij uit zijn nestje begint te komen, kan je je muis aan je laten wennen door je hand bij de kooi te houden en hem rustig toe te spreken. Geleidelijk aan kan je je open hand in de kooi steken met een gezond snoepje. Komt hij eraan knabbelen, dan kan je proberen om hem te strelen, maar steeds met respect, zonder dat je de bovenkant van zijn kopje aanraakt.

Observeer je muis geduldig en neem de tijd. Gaat alles goed? Dan kan je proberen om hem voorzichtig vast te nemen door je vingers onder zijn buikje te laten glijden en hem tegelijk te strelen. Ga stap voor stap te werk en laat zijn vertrouwen groeien.

Hou je muis in de holte van je hand en leg je andere hand als een beschermend dakje over hem heen.

• HONDEN EN KATTEN BLIJVEN UIT DE BUURT! Muizen zijn prooidieren en bovendien piepklein. Zorg dat elk huisdier voldoende ruimte heeft zodat het jachtinstinct van je kat of hond niet wordt gestimuleerd.
•ANDERE KNAAGDIEREN: NO WAY! Muizen samenzetten met andere knaagdieren is
af te raden.