Grasparkiet T&C

Grasparkieten houden van een leefruimte die voldoende ruimte biedt om vrij rond te vliegen, met
voldoende prikkels, en van het gezelschap van andere grasparkieten.

Grasparkieten hebben nood aan een plek om uit te rusten en zich terug te trekken, alsook aan een grote ruimte om vrij rond te vliegen. Plaats de kooi op een heldere en rustige plek, uit de zon en uit de tocht, nooit in een afgelegen ruimte of tegenover een raam. Bij voorkeur op ooghoogte tegen een muur.

1 HORIZONTALE KOOI, TYPE KAMERVOLIÈRE: van min. 65x50x65 cm voor een koppel (groter mag ook), en groter voor meer dan 2 grasparkieten • HORIZONTALE SPIJLEN: ideaal om te klimmen

STABIELE VERHOGING: zodat de kooi op ooghoogte staat

OP DE BODEM: pellets van houtsnippers of zand

1 MUURBESCHERMING: tegen de uitstoot van uitwerpselen

GOED VASTGEMAAKTE VOER- EN DRINKBAK

Dit is noodzakelijk voor elke vogel die binnenskamers leeft. De verlichting in huis volstaat niet en heeft een schadelijk stroboscopisch effect. UVB-verlichting voorkomt niet alleen dit effect, deze bevordert ook de opname van calcium, de aanmaak van vitamine D, de bloedsomloop, het immuunsysteem en de kwaliteit van het verenkleed. Dankzij deze verlichting kunnen grasparkieten ook het volledige kleurenspectrum van veren zien: essentiële informatie om te kunnen samenleven met soortgenoten.

Grasparkieten zijn actieve vogels die een grote behoefte hebben aan ruimte om te spelen, zich uit te leven en om elke dag buiten de kooi te kunnen rondvliegen. Zorg dat de deuren en ramen goed zijn afgesloten en houd katten en honden buiten!

Voorzie een badje en vervang het water elke dag. Als hij niet van een bad houdt, verstuif dan wat water over hem.

Grasparkieten zijn uitgesproken sociale dieren die sterk kunnen lijden onder eenzaamheid. Ze hebben behoefte aan minstens één andere soortgenoot. Haal dus een koppel in huis, of 2 vrouwtjes of 2 mannetjes.

Gerbils leven niet graag alleen. Het liefst heeft hij het gezelschap van minstens één soortgenoot van hetzelfde geslacht. Of je kan al vanaf het begin een vaste groep samenstellen: een nieuwe gerbil aan een reeds samengestelde groep toevoegen is niet makkelijk.

Grasparkieten eten voornamelijk zaden. In het wild eten ze zowel zaden als planten.

Water is essentieel voor een vlotte spijsvertering. Grasparkieten moeten steeds vrije toegang hebben tot een goed bevestigde waterbak met vers water. Controleer 2 keer per dag het waterniveau.

Geef hen ’s morgens en ’s avonds een portie van een speciale mengeling voor parkieten: kanariezaad, witte gierst, rode gierst en havervlokken. Of kies voor een geëxtrudeerde mengeling die sortering en voedseltekort voorkomt.

Je kan zijn menu verrijken met grit (voor de spijsvertering), eierpaté, sepiaschaal (voor extra calcium) en trosgierst (een gezonde extra). Nu en dan kan je hem ook kiemzaad en een kleine portie toegelaten fruit of groenten geven.

In het wild zoeken grasparkieten hun eigen kostje bij elkaar. Je kan dit natuurlijke gedrag nabootsen door zijn voedsel te verbergen in speeltjes, objecten en hoekjes. Zo komt hij al zoekend aan zijn voedsel: ideaal om hem actief te stimuleren!

Je kan je chinchilla ook nu en dan verwennen met speciale snacks voor planteneters of met rozenbottels: ideaal om zijn tanden te slijten en om hem bezig te houden.

Verse groenten en fruit zijn uit den boze, net zoals zonnebloemzaden en noten.

Zoals alle vogels zijn grasparkieten in het begin een beetje bang. Maar mits het nodige geduld zullen ze snel vertrouwen winnen en zullen ze zelfs nu en dan op je hand klimmen.

Laat jouw grasparkieten in het begin met rust zodat ze zonder stress hun nieuwe leefplek kunnen ontdekken. Zorg voor voldoende water en voer. Indien ze ‘s avonds aankomen, zet dan de uvb-verlichting 2 tot 3 uur aan. Ga geleidelijk aan dichter bij de kooi zitten en spreek hen rustig toe met een zachte stem, zonder dingen te forceren.

Ook al hebben ze in het begin behoefte aan rust, plaats de kooi niet in een afgelegen kamer waar ze een hele dag alleen zitten: ze houden van gezelschap en van wat leven in hun omgeving.

Laat hen wennen aan jouw aanwezigheid door je hand met de palm naar boven in de kooi te houden, met je duim gestrekt (zoals een zitstokje). Voelen ze zich op hun gemak, bied dan een beetje voedsel aan in je handpalm om hen naar je toe te lokken.

Stap voor stap winnen ze aan vertrouwen. Neem je tijd. Als ze in jouw hand voedsel komen pikken, probeer dan je hand zachtjes uit de kooi te halen. Hou je handen vervolgens aan de ingang van de kooi. Als ze vanzelf naar je toe komen, dan heb je hun vertrouwen gewonnen! Met een beetje geduld gaan ze steeds een stukje verder van hun kooi vandaan.

Let erop dat alle deuren en ramen goed zijn gesloten als je hun kooi opent.

HONDEN EN KATTEN: UIT DE BUURT Parkieten zijn prooivogels! Zorg ervoor dat elk dier voldoende ruimte heeft. Zo voorkom je dat het jachtinstinct van honden of katten wordt gestimuleerd.

ANDERE VOGELS: WAAROM NIET? Grasparkieten kunnen gerust samenleven met andere vogelsoorten, zolang de kooi maar groot genoeg is zodat elke soort er zijn plekje vindt. Kies voor rustige vogelsoorten die ook voorkomen in de natuurlijke habitat van grasparkieten

Ik ben een heel sociale vogel die houdt van vrijheid en van de nodige prikkels. Ik heb behoefte aan soortgenoten met wie ik kan communiceren. Alleen zijn is echt niets voor mij.

• WETENSCHAPPELIJKE NAAM
Melopsittacus undulatus
• CLASSIFICATIE
Papegaaiachtige uit de familie der psittaculidae
• HERKOMST
Australië
• LEVENSVERWACHTING
8 jaar
• GROOTTE OP VOLWASSEN LEEFTIJD
18 tot 24 cm
• VOEDING
Zadeneter

• NATUURLIJKE LEEFOMGEVING
Woestijnachtige en halfwoestijnachtige gebieden van Australië
• VOORTPLANTING
Vruchtbaar vanaf 8 maanden – broedtijd van 18 dagen – 4 tot 6 eieren
• SOCIAAL GEDRAG
Leeft in groep, niet geschikt om alleen te zijn
• LEVENSSTIJL
Dagdier
• GEZONDHEID
Opletten voor parasieten en spijsverteringsproblemen